Zeespiegelstijging bedreigt kustgemeenschappen wereldwijd. De urgentie van deze stijging is wereldwijd niet altijd even bekend. Vooral het gevolg van de zeespiegelstijging voor de samenleving is echter extreem. Overigens vaak ook moeilijk te overzien. Een belangrijke drijvende krachten voor het vermogen van een samenleving om zich tijdig aan te passen, hangt mede af van de tijdige detectie van deze veranderingen. In het bijzonder de detectie van een versnelling in de regionale zeespiegelstijging, die ofwel een snellere aanpassing van kustverdedigingsstructuren vereist of een verschuiving in strategie van het vasthouden van de lijn naar beheerde terugtrekking van de kust.
Versnelling sinds 1993
De mondiale gemiddelde zeespiegelstijging is sinds 1900 versneld van minder dan 2 mm per jaar gedurende het grootste deel van de eeuw tot meer dan 3 mm per jaar sinds 1993. Dat slakkengangetje uit de vorige eeuw valt mee te leven. Gemiddeld steeg het zeewater in de Noordzee toen met 1,7 millimeter per jaar. Trek dat een eeuw door en je hebt een 17 centimeter hogere zeespiegel. Maar sinds begin jaren negentig is er jaarlijks een volle millimeter bij gekomen. Het water in Vlissingen, Hoek van Holland, Den Helder en Delfzijl stijgt sindsdien met gemiddeld 2,7 millimeter per jaar. Besluitvormers in kustlanden hebben de informatie over de mondiale gemiddelde zeespiegelstijging nodig op regionale schaal. Het bepalen van een versnelling in mondiale gemiddelde zeespiegelstijging is echter moeilijk is. Dit omdat het langetermijnsignaal op zeeniveau wordt verbergt door grote tussentijdse variaties met meerjarige trends die gemakkelijk groter zijn dan de wereldgemiddelde waarden.
Berekening met bestaande data
Studenten en professoren van de universiteit van Wageningen en van de Technische Universiteit uit Delft hebben een tijdreeksbenadering ontwikkeld om te bepalen of regionale mondiale gemiddelde zeespiegelstijging versnelt op basis van getijmetergegevens. Ze hebben de aanpak toegepast op acht 100-jarige records in de zuidelijke Noordzee en ontdekte begin jaren negentig voor het eerst een algemeen breekpunt. De gemiddelde zeespiegelstijging-snelheid op de acht stations neemt toe van 1,7 ± 0,3 mm jr-1 vóór het breekpunt tot 2,7 ± 0,4 mm jr-1 na het breekpunt (95% betrouwbaarheidsinterval), wat ongekend is in het regionale instrumentele record. Deze bevindingen zijn robuust op voorwaarde dat het record begint vóór 1970 en eindigt na 2015. Onze methode kan worden toegepast op elk kustgebied met getijdenrecords van ten minste 40 jaar, wat betekent dat kwetsbare kustgemeenschappen nog tijd hebben om de vereiste tijdreeksen op te bouwen als een basis voor adaptatiebeslissingen in de tweede helft van deze eeuw.
Bron: iopscience