28 juni 2018 was een warme en bijzondere dag. Praktijk en wetenschap kwam bij elkaar, in het Zuiderstrandtheater in Den Haag, tijdens de Volvo Ocean Summit! Een van de break-out sessies had als thema het delen van data en oplossingen. De zaal was vol, met deelnemers uit verschillende landen die bij de start een potlood kregen Onder het motto ‘Everyday I write the book’, werd iedereen uitgedaagd mee te schrijven, aan een verhaal over sea, science en solutions.
De roep om data
Het verzamelen en delen van (betrouwbare) data is de basis, innovatie drijft op een grondige kennis van onze oceanen. Volvo leverde een prachtige bijdrage door ervoor te zorgen dat de raceboten werden uitgerust met meetapparatuur. Veel kennis over vervuiling en de oceaan berust op aannames en modelmatige berekening. De boten zorgden voor echte data! ‘Mijn informatiehonger is groot’, aldus wetenschapper Erik van Sebille, van de Universiteit van Utrecht. Er is nog zoveel te onderzoeken. We need more and better data to feed the model’. De schrijvers in de zaal komen met hun eerste zinnen: ‘Wat is de chemische compositie van het plastic in de oceaan?’ ‘Is het mogelijk de eigenaar of de producent te herleiden uit gevonden plastic?’ Nog maar 1% van de vervuiling van ocean en is echt in kaart gebracht. De hoeveelheid plastic in de oceaan is naar schatting 236.000 ton, van materiaal dus dat zich snel en makkelijk verspreidt. Een deelnemer suggereert een 3D kaart te maken van al het plastic dat we missen: ‘Het moet ergens zijn, maar waar precies?’ Onder het motto: dit is een crises, wordt gepleit voor de inzet van (militaire) satelliettechnologie. De druk is groot: ‘We moeten echt weten waar we over vijf jaar aan toe zijn’.
Betrouwbare data
Niet alle data is direct klaar voor gebruik. Erik van Sebille vindt belangrijk dat de zowel de bron als de meetmethode goed beschreven en vastgelegd worden. Tijdens de Volvo-race verschillende meetmethoden gebruikt. Anne Cecile Turner, aanjager van het Volvo Duurzaamheidsprogramma, erkent dit: ‘Iets meer uniformiteit over de wijze van meten had geholpen. Maar het was voor ons ook de eerste keer’. Kapitein Charles Moore, als schipper en wetenschapper een spilfiguur in het agenderen van het oceaan-issue, stelt meteen dat spijt niet nodig is. ‘Als wetenschapper moet je eventuele fouten nooit te veel betreuren. Een fout leidt vaak tot nieuwe antwoorden. Wie meteen de ideale oplossing wil, qua methode en resultaat, raakt verlamd. Daar schiet niemand wat mee op!’
OPENNESS
Aan standaardisering gaat natuurlijk het überhaupt verzamelen van data vooraf. Data krijgen is een hele tour. We zijn nog ver weg van open data, slechts enkele landen kennen een traditie waarin alle data wordt vrijgegeven. ’Het is betaald met publiek geld, en daarom moet het vrij beschikbaar zijn’. Geld staat openbaar maken van data in de weg. Enkele deelnemers pleiten om deze reden voor een stevig gesprek met de industrie. Charles Moore kijkt ookt een andere kant op: ‘Only politics can save us’. Diverse deelnemers vallen hem bij: ‘Beleid en politiek moeten dit vraagstuk net zo behandelen als een epidemie als Sars. Charles Moore blijkt overigens flink wat fans in de zaal te hebben. Een stille bewonderaar schrijft: ’We need more people like Charles, the captain who is so passionate in the media!’
Actief delen
Genoeg en betrouwbare data krijgen is een belangrijke, eerste stap. Daarna komt het aan op delen van deze data en daarmee ontwikkelde waardevolle oplossingen. Daar weet Joost de Haan wel raad mee, de drijvende kracht achter waterwindow.org, een platform voor klimaatadaptatie. ‘Als we allemaal delen, op een manier die goed en makkelijk herkenbaar is, ontdekken we snel wat we nog meer kunnen doen. We hebben ook voor de oceanen een platform nodig. En betrokkenheid van onze community om dit te bouwen en organiseren. Wees trots en deel, zodat we scherp in beeld krijgen wat getest en bewezen is. Ik pleit niet alleen voor (digitaal) delen. Om iets te begrijpen is ook nodig face to face met elkaar te praten, en zo elkaar te leren vertrouwen. Conferenties organiseren en papers schrijven horen er ook nog bij. Als we een groot en toegankelijk platform hebben, wordt het voor iedereen steeds makkelijker om dit te realiseren.’
Snelle maritieme industrie
Marjolein van Noort is een bevlogen bestuurslid van Our Ocean Challenge. Delen raakt volgens haar niet alleen de wetenschap: ‘Ook bedrijven moeten meer samenwerken bij het delen van oplossingen, concurrentie of niet. In de offshore maar ook elders in de maritieme industrie. Ik ken een jonge collega die een prachtige oplossing bedacht voor de coating van schepen, geïnspireerd door de huid van haaien. Zo’n oplossing verdient het om meteen opgepikt te worden. De testfase van onze engineers is nu te lang. Niet alleen de wetenschappers, maar ook onze innovators hebben een platform nodig. Het gaat niet alleen om het delen van successen. Wat op de ene plaats niet werkt, werkt elders misschien elders wel. Er zijn al platforms voor deelonderwerpen (bijvoorbeeld plasticadrift.org), maar we moeten nu samen een volgende, grotere stap zetten.
Versnellen!
Floris van de Boogaard werkt in het hoger onderwijs, en houdt van toegepaste wetenschap. ’We leren door te doen en ook van al onze fouten, die moeten ook meer zichtbaar worden. We moeten schijnbaar gekke ideeën en oplossingen veel meer pitchen. Neem bijvoorbeeld het idee van de underwater drones, dat is toch prachtig. De jeugd is daarbij een inspirator, die zeggen meteen: cool, moeten we doen. Wetenschap is ook fun, dat wordt nogal eens vergeten. Goed onderwijs zorgt ook voor delen. Een deelnemer valt hem bij: ‘Denk ook aan de open source education. Create an app. Make fun of data gathering. Zorg ervoor dat het via zo’n app easy to analyse wordt.’ Marjolein van Noort sluit hierbij aan benadrukt daarnaast de rol van gender, bij het versnellen van innovatie en delen. ‘We moeten verschillende perspectieven inbrengen. Een clash of minds helpt bij het samenwerken aan een gezamenlijk doel. Het helpt wanneer we moeders wereldwijs inschakelen bij het oplossen van het plastic vraagstuk. Kijk bijvoorbeeld eens op womenworkingforoceans.org en women4oceans.weebly.com. Vanuit het motto: ‘Empower each other! Een deelnemer raakt geïnspireerd door al deze pleidooien: ‘De oplossing ligt echt in diversity, man and female, maar ook in different backgrounds, different cultures en different expertise’.
Innovatie en de wetenschap
Anne Cecile Tuner van Duurzaam Volvo wil echt stappen zetten. ‘Ik heb in negen maanden Volvo Ocean Race zulke mooie oplossingen gezien, dat was echt bijzonder inspirerend. Hoe maak je zonnebrillen van vissersnetten bijvoorbeeld. Ik denk dat de volgende stap een meer systematische benadering moet zijn, met een belangrijke rol voor de wetenschap. De oceaan-wetenschapers in de groep voelen zich inmiddels uitgedaagd. ’De wetenschappelijke sector moet zelf ook veranderen. We moeten stoppen met opknippen van wetenschappelijke artikelen, echt veel meer delen en vooral ook onze wijze van financiering veranderen. De financiering van wetenschappelijk onderzoek is een rat race geworden, het corrupts the academic. Ook de bijdrage van burgers in de wetenschap kan veel sterker. Met dit onderwerp is Uta Wehm, docent en onderzoeker uit Delft, al jaren: ’Citizins zijn de experts van their own local environment. Co-creatie is onderbelicht als het gaat om wegen van data en oplossingen; citizins kunnen beter dan wie ook de zin van de onzin onderscheiden. Adress the popluation! Do invest in real ideas and pursiuits even i fit comes from an ordinary person; help that person to carry it out’. Ze zorgen voor Uta Wehm de groundtruth noemt (gt20.eu)
Courage without delay
Een deelnemer schrijft een aardige slotzin: ‘Het was een hoog informatief wetenschappelijk gesprek, dat vooral een meer genuanceerde kijk bracht op het vraagstuk van plastic en de oceaan’. Maar het moet volgens de schrijvers in de zaal niet blijven bij aardige woorden: ‘We komen verder met moed en lef, een goede timing en het geven van tijd en prioriteit’. Met daarbij nog wel een waarschuwing als het gaat de collaboration: ‘samenwerking is great, maar beware of too much overhead and delay!’
Tekst: Eelco Koolhaas en Lodewijk Abspoel