Op 5 juni 2019 organiseerde Topsector Water & Maritiem (TSWM) een kennisconferentie met de titel “wat er is”. Ruim 100 nieuwsgierige deelnemers uit de gouden driehoek (bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden) waren daarvoor te gast bij Van Oord in Rotterdam.
7 jaar geschiedenis
‘Wie klein is, moet slim zijn’ (oudhollandse tegeltjeswijsheid). De Nederlandse aanpak om kennis en kunde te ontwikkelen, blijkt wereldwijd uniek. Doordat overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven samenwerken, kan fundamentele kennis worden toegepast in de water en maritieme sector. Dat zorgt voor innovatieve doorbraken. En dankzij publiek-private samenwerking zijn er Nederlandse proeftuinen ontwikkeld die nu als internationale showcases fungeren. Kortom: dankzij het topsectorenbeleid is er in de afgelopen zeven jaar veel bereikt.
Maar de wereld draait door en het is tijd voor een koerswijziging. Tot nu toe lag de focus van het topsectorenbeleid op het ontwikkelen van economische waarde. Daar komt nu expliciet het aandachtspunt maatschappelijke waarde-creatie bij. Het Kabinet is er duidelijk over: anno 2019 loopt de Nederlandse kennisontwikkeling via het spoor van missie-gedreven innovatiebeleid. Om dat te bereiken gaan de verschillende topsectoren cross-sectoraal samenwerken. Wat betekent dat voor Topsector Water & Maritiem?
Kassa
Organisator en corporate communicatiemanager Marcelien Bos: “Drijvende kracht achter de bijeenkomst is het feit dat we niet wisten wat het Topsectorenbeleid van afgelopen jaren voor onze sector heeft opgeleverd. De feiten en cijfers zijn nooit verzameld, terwijl we daar wel veel van kunnen leren. Voor Topsector Water & Maritiem is het nu de vraag hoe we het nieuwe beleid concreet handen en voeten moeten gaan geven? Hoe passen we het missie-gedreven beleid toe in onze eigen topsector, zodat we niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden binnen onze reeds opgezette samenwerkingsverbanden. Daarnaast gaat het ook om samenwerking met andere sectoren. En over de vraag hoe we samen meer vanuit maatschappelijke vraagstukken kunnen opereren? Hoe manifesteren we ons vervolgens tussen de andere topsectoren, zodat we zorgen voor de gewenste kruisbestuiving? Daarom organiseren we deze netwerkbijeenkomst, zodat mensen kunnen leren van elkaar. De input van vandaag gaat nog mee in het laatste schrijfproces van de KIA.”