Hoe maken we de Programmatische Aanpak Grote Wateren CO2-neutraal, circulair en kosteneffectiever? Die vraag ligt op tafel in de proeftuin Grote Wateren van Topsector Water en Maritiem. Nu ligt er een concreet voorstel voor een proeftuin, waaraan is gewerkt door Deltares en vier ingenieursbureaus, waaronder Sweco.
Ecologische veerkracht te vergroten
In de Programmatische Aanpak Grote Wateren worden aankomende decennia grote projecten uitgevoerd in de Nederlandse grote wateren om de ecologische veerkracht te vergroten. Nat grondverzet is een belangrijk onderdeel van de maatregelen, zoals de aanleg van vooroevers, luwtestructuren en ondieptes. Dit grondverzet bepaalt voor een belangrijk deel de CO2-voetprint van Rijkswaterstaat. De uitstoot is niet alleen afkomstig van materieel zoals kranen en schepen. Een belangrijk inzicht van de verkenning voor deze proeftuin is dat het vrijkomen van methaangas bij het baggeren en door rijping van organisch materiaal in de nieuwe natuurgebieden nog vele malen groter is.
In juni 2019 vond een hackaton plaats op het kantoor van Sweco in de Bilt, waarbij met een groot aantal partijen uit de hele projectketen is nagedacht over verduurzaming. Alex Hekman, trekker van de proeftuin: “Een transitie naar CO2-neutrale en circulaire projecten kan geen van de partijen in de sector zelfstandig bereiken. We hebben daar alle partijen voor nodig: de overheden die de projecten inkopen, de ontwerpers en ingenieurs die de projecten vormgeven, de aannemers die het project uitvoeren, de equipment bouwers die het materiaal verzorgen en de kennisinstituten die de effectiviteit van nieuwe methodes toetsen.”
Voorstel voor een proeftuin
In de afgelopen maanden is door een groep kwartiermakers van Sweco, RHDHV, Witteveen+Bos, Arcadis en Deltares met input van veel andere partijen uit de sector een voorstel voor een proeftuin gedaan.
De voorgestelde proeftuin richt zich op verschillende aspecten van verduurzaming:
* In de eerste plaats wordt nieuwe kennis ontwikkeld door de invloed van verschillende factoren te meten op de broeikasgas emissie. Voorbeelden zijn de herkomst van het materiaal, de temperatuur, de afdekking van het materiaal, of het type vegetatie.
* In de tweede plaats biedt de proeftuin mogelijkheden voor aannemers voor het testen van elektrisch materieel. De proeftuin gaat uit van het concept Slow Building: door langzamer te bouwen is minder piekvermogen nodig, en kan gebruik worden gemaakt van duurzame energie.
* In de derde plaats biedt de proeftuin mogelijkheden voor het testen van circulaire alternatieven voor harde elementen, zoals stortsteen en damwanden.
Financiering en een locatie
Het voorstel is enthousiast ontvangen door het ministerie van I&W en Rijkswaterstaat. In de komende maanden wordt gezamenlijk gezocht naar financiering en een locatie om de proeftuin in te richten. Meer informatie via Sweco en/of Alex Hekman