“Om economisch en maatschappelijk relevant te zijn, heeft de watersector voldoende gekwalificeerde mensen nodig, nu én in de toekomst.” Aan het woord is Else Boutkan, secretaris van het kernteam Human Capital van Topsector Water & Maritiem. Die maatschappelijke relevantie zit hem erin dat er slimme oplossingen nodig zijn voor de continu toenemende waterproblematiek door groei van de wereldbevolking, verstedelijking en klimaatverandering. De Topsector volgt daarvoor een innovatieprogramma door samen te werken in de gouden driehoek bedrijfsleven, onderzoek en overheid.
Waarom studiebeurs?
Kernteam Human Capital is er dus op gericht voldoende mensen te trekken om de ambitieuze plannen waar te maken. Een van de middelen daarvoor is de studiebeurs water. Die kunnen studenten van watergerelateerde opleidingen winnen in de laatste jaren van hun studie. Tot nu toe waren dat vooral HBO- en WO-opleidingen, maar het is de bedoeling om uit te breiden naar het mbo. Om kans te maken op de beurs, ondergaan de studenten eerst een selectie bij hun opleiding. “Ik had een case gemaakt over zandsuppletie in het waddengebied”, vertelt Jelle Westra, student Kust- en Zeemanagement aan hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. “Daarbij spuit Rijkswaterstaat zand in een geul bij de kust om te voorkomen dat een eiland steeds verplaatst. Ik weet zelf hoe belangrijk dat is, omdat ik op Ameland heb gewoond.”
Bedrijven of overheid verstrekken de beurs
Verder moeten de studenten een motivatiebrief schrijven en aangeven wat zij van plan zijn te doen als waterambassadeur. Boutkan: “Dat is de deal: als je de beurs wint, staat daar tegenover dat je andere mensen over de watersector vertelt of bijvoorbeeld meewerkt aan evenementen. Door hierover na te denken, verdiepen ze zich bovendien al in de sector, of ze nou uiteindelijk winnen of niet.” Tot slot geven de geselecteerde kandidaten een pitch voor een jury met mensen vanuit de opleiding en van de beursverstrekker: een bedrijf of overheidsinstantie. Westra: “In de jury zat iemand van Rijkswaterstaat. Diegene is later mijn begeleider geworden. Via Rijkswaterstaat kon ik bijvoorbeeld als student deelnemen aan de Wadlab Hackathon, een evenement om te brainstormen over mogelijkheden om de bereikbaarheid van de waddeneilanden te verbeteren. Voor mijn volgende opdracht mag ik zelf een case kiezen. Daarbij wil ik graag iets bedenken om meer studenten bij Rijkswaterstaat te betrekken. Dat is wel nodig. Laatst was ik op een conferentie waar de nadruk op studenten lag, maar toch kwamen ze niet aan het woord, omdat er vooral veel grijze haren waren.”
Waterambassadeurs
Ook voor de invulling van het ambassadeurschap nam Westra zelf veel initiatief. ‘Het is voor mij vaak lastig om mee te doen met de activiteiten waarvoor de Topsector ons uitnodigt, omdat die veel in Zuid-Holland of Zeeland plaatsvinden. Maar ik bezoek zelf vaak evenementen in het noorden en schrijf daar soms ook artikelen over voor Waterwereldwerk.” De beurswinnaars zien het ambassadeurschap over het algemeen vooral als kans. “Ik vond het mooi om mensen bewust te maken van hun watergebruik en bijvoorbeeld uit te leggen wat een waterschap eigenlijk doet. Mensen kennen dat vaak alleen van de rekening voor waterschapsbelasting en weten eigenlijk helemaal niet wat er met dat geld gebeurt”, legt Gijs Doornbusch uit. Door de beurs kwam hij in aanraking met waterschap Wetterskip Fryslân. Daar werkte hij onder andere mee aan een pilot van de Grondstoffenfabriek, een initiatief van de gezamenlijke Nederlandse waterschappen. “Zij onderzoeken mogelijkheden om gebruik te maken van reststromen. In die pilot keken we bijvoorbeeld of het mogelijk was om bacteriën uit het slib van de waterzuivering te halen en PHA te laten produceren: een grondstof voor bioplastic. Daar vertelde ik mensen ook over bij rondleidingen.”
Netwerk opbouwen
Zowel Westra als Doornbusch geven aan dat de beurs hen geholpen heeft om inzicht te krijgen in de watersector en daar een netwerk op te bouwen. Westra: “Mijn begeleider heeft mij geïntroduceerd bij Rijkswaterstaat en voorgesteld aan collega’s. Zo heb ik in de loop der tijd veel mensen leren kennen.” Dat netwerk blijft. Boutkan: “Ambassadeur ben je voor je leven. We houden ook contact met alumni. Binnenkort is er bijvoorbeeld een conferentie bij de Volvo Ocean Race in Den Haag. Daarvoor hebben we alle winnaars van de afgelopen vijf jaar uitgenodigd. Zo ontmoeten mensen uit Wageningen, Delft, Leeuwarden en Zeeland elkaar. Dat is belangrijk. We staan voor grote maatschappelijke uitdagingen en die moet je samen aangaan.”
Excursie naar het buitenland
Wat de studenten precies krijgen voor de beurs, is afhankelijk van de beursverstrekker. Westra: “Ik kreeg een bedrag ter hoogte van een jaar collegegeld. Ik heb dat ingezet voor een excursie naar Kaapstad in het kader van Wetskills. Dat is een programma van twee weken georganiseerd door een stichting. Je bezoekt interessante plaatsen in een ander land, gerelateerd aan water. En dan doe je ook nog onderzoek. Daarvoor moet je wel een eigen bijdrage meebrengen. Zo kwam de waterbeurs goed van pas.”
Carrièreboost
Doornbusch: “Mijn beurs was collegegeld. Het bedrag was voldoende voor de tweejarige master die ik heb gevolgd bij de Wetsus Academy. Dat is een samenwerking van Wetsus Leeuwarden met de universiteiten van Wageningen, Groningen en Twente. In het eerste jaar krijg je onderwijs en in het tweede jaar loop je stage en schrijf je een scriptie. Voor die scriptie ben ik bij Technion geweest in Haifa, Israël. Daar heb ik onderzoek gedaan naar het ontzouten van brak water. Daar is ook een artikel van gepubliceerd en er is een patent verkregen. Het onderzoek was dus ook relevant voor bedrijven. Op dat onderzoek bouw ik nu weer voort als promovendus bij Wetsus. Alleen kijk ik nu naar ontzouting van zeewater in plaats van brak water. De waterbeurs heeft mij dus zeker geholpen in mijn carrière.”
Deze case werd eerder gepubliceerd op Techniekpact. Ga voor meer informatie over werken en leren in de watersector naar Waterwereldwerk.