Het Nederlandse natuurbeleid schiet tekort. De natuurkwaliteit en de biodiversiteit lopen terug. Dat is problematisch, want een vitale natuur is cruciaal voor het tegengaan van klimaatverandering en voor verduurzaming van de voedselvoorziening.
Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het advies ‘Natuurinclusief Nederland’ dat vandaag is gepubliceerd en gericht is aan verschillende overheden. In het huidige Nederlandse natuurbeleid wordt naar het oordeel van de Rli het begrip natuur te krap afgebakend. Het beleid is hoofdzakelijk gericht op de beschermde gebieden. Maar die gebieden zijn onderdeel van veel grotere ecosystemen, ook buiten de beschermingsgrenzen, stelt de Rli.
Het falende natuurbeleid heeft gevolgen voor de land- en tuinbouw, stelt de Rli. Zo kan afnemende biodiversiteit een risico vormen voor een duurzame voedselproductie. Als bijvoorbeeld insectenpopulaties achteruitgaan, komen de opbrengst en de kwaliteit van voedselgewassen in gevaar. Zeker 75 procent van de veelgebruikte gewassen is immers afhankelijk van dierlijke bestuiving. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is de biodiversiteitscrisis even groot als de klimaatcrisis.
Aanbevelingen en oorzaken
De Rli ziet vier oorzaken van de tekortkomingen van het Nederlandse natuurbeleid. Zo wordt een te smal begrip voor natuur gehanteerd. Verder is het natuurbeleid is te weinig gekoppeld aan ander beleid. Ook stelt de Rli dat natuur een te zwakke positie heeft bij economische en politieke afwegingen. Tot slot vindt de raad dat overheden te weinig samenwerken.
De Rli doet een aantal aanbevelingen om het beleid te veranderen. Zo adviseert de raad het Rijk onder meer om natuur onderdeel te maken van de gebiedsgerichte aanpak van het stikstofprobleem. Tegelijk moet die aanpak worden gecombineerd met andere nationale en regionale opgaven in die gebieden. Het Rijk en de provincies kunnen bestaande subsidies voor (agrarisch) natuurbeheer en landschapsbeheer koppelen aan gebiedsspecifieke minimumvereisten voor basiskwaliteit natuur.
Ecologische opgaven
Het Rijk, de provincies, de waterschappen en de gemeenten zouden volgens de Rli aan de bedrijven in de landbouwsector duidelijk moeten maken welke normen voortvloeien uit de ecologische opgaven in een gebied. Vereisten voor de gebiedsspecifieke basiskwaliteit natuur bieden hierbij een houvast en kunnen ook bijdragen aan goede bedrijfscondities voor onder meer weerbare teelten en bestuiving.
Ook adviseert de Rli de gezamenlijke overheden om zelf het goede voorbeeld te geven. Dit kan door grond in eigen bezit duurzaam en natuurinclusief te beheren, te verpachten en te verkopen. De overheden moeten voor pacht en beheer langjarige overeenkomsten aanbieden. In de tweede plaats kan dit door bij overheidsaanbestedingen het maatschappelijk verantwoord inkopen uit te breiden met standaardvereisten voor biodiversiteit.
Het advies richt zich overigens niet alleen op de land- en tuinbouw. Ook de bouwsector moet een steentje bijdragen, vindt de Rli. Het Rijk zou een bestuurlijk akkoord met de bouwsector moeten sluiten over de natuurinclusieve inrichting van woonwijken, natuurinclusieve nieuwbouw en renovatie, inclusief het gebruik van materialen.
Bron: Nieuwe Oogst